Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Het [93]lot wordt in den [94]schoot geworpen; maar het gehele [95]beleid daarvan is [96]van den HEERE. 93. Hetwelk hire in de voortijden zeer gebruikelijk was in de bedeling der erfenissen, Num.26:55; Joz.18:10, en Joz.19:1; Micha 2:5; en andere goederen, Ps.22:19, boven hfdst.1 vs.14, idem in de uitrichting en ordening van goddelijke en heilige zaken, Lev.16:8, enz.; 1 Kron.24:5, enz.; Hand.1:25; idem in het eindigen van geschillen en andere twijfelachtige dingen; Joz.7:14; 1 Sam.14:41; onder hfdst.18 vs.18; Jona 1:7. 94. Of, in een besloten vat, of heimelijke plaats. Vergelijk onder, hfdst.17 vs.23. 95. Het Hebreeuwse woord betekent voornamelijk oordeel, recht, gericht; maar hier is het aangenomen voor het beleid, dat is de besturing en regering van enige zaak; gelijk het woord oordelen of richten, dikwijls alzo in de Heilige Schrift genomen wordt. Zie Richt.2:16; idem, Ps.96:13; Micha 4:3; Zach.3:7, enz. Anders: het gehele oordeel deszelven; dat is hetgeen door het lot geoordeeld wordt. 96. Te weten, die door zijne voorzienigheid het lot zo bestuurt gelijk Hij wil dat het valt, zulks dat hier niets geschiedt bij geval of blind avontuur.